Laatste wijziging: 1 februari 2024.
De oorlog was bijna afgelopen en het probleem van achtergebleven munitie en landmijnen werd steeds duidelijker. De geallieerden ruimden diverse mijnen maar enkel degene die op hun route lagen en de opmars richting Arnhem vertraagden. Naar schatting lagen er 1.8 miljoen mijnen verspreid over Nederland. Goed verborgen onder de grond maar dodelijk voor eenieder die er per ongeluk opstapte.
De vele velden van boeren, zandpaden en tevens stranden bleven vol liggen met Duitse landmijnen en andere explosieven. Variërend van antipersoneelsmijnen, antitankmijnen tot omgebouwde artilleriegranaten.
Represailles
Er waren reeds Nederlanders opgeleid in Engeland als mijnenruimer maar het ging nog te langzaam en er vielen veel slachtoffers.
Toen zuidelijk Nederland eindelijk bevrijd was en er reeds Duitse krijgsgevangenen waren durfden ze deze niet in te zetten voor het ruimen van de mijnenvelden.
Als dit bekend zou worden in het nog bezette noordelijk gedeelte van Nederland dan konden daarvoor represailles genomen worden tegen de bevolking. Zodoende ruimde voornamelijk de Nederlanders zelf mijnen en munitie.
Na de algehele bevrijding werden er wel vele krijgsgevangenen gebruikt om mijnenvelden te ruimen. Dat dit tegen de 3e Geneefse conventie was, waarin de behandeling van krijgsgevangen is vastgelegd, werd met een leugentje om bestwil omzeilt. Door ze geen krijgsgevangen (POW-Prisoners of War) te noemen maar ontwapende strijders (DEF-disarmed enemy forces) vielen ze ook niet onder deze conventie.
SS & NSb’ers
Gevangen genomen Nederlandse SS’ers en NSB’ers kregen de keuze om vrijwillig te ruimen. Verplicht laten ruimen wilde het militaire gezag niet, althans niet voordat ze veroordeeld waren. Ze kregen hiervoor een bescheiden vergoeding die uitgekeerd zou worden wanneer ze vrij kwamen én vrijgesproken werden. Bij een eventuele veroordeling moest een rechter beslissen wat er met de vergoeding gebeurde.
Later in 1946 werden veel (Duitse) krijgsgevangen vrijgelaten. Sommigen bleven vrijwillig tegen een vergoeding om de achtergebleven explosieven te ruimen. Er was niets om naar terug te gaan.
Gebruikte mijnen
Er werden meerdere typen landmijnen gebruikt in Nederland door de bezetter. De gevaarlijkste om te ruimen was de S-mine (Schrapnellmine).
Deze werd tot aan zijn ontsteker ingegraven en wachtte daarna geduldig op zijn slachtoffer. Wanneer deze op een ontsteker trapte of tegen een struikeldraad liep dan sprong deze mijn na 4.5 seconde tot heuphoogte uit de grond en verspreidde daar een wolk van stukjes staal, zogenaamd schrapnell. Aangezien dit 360 graden rondom wegsprong maakte hij veelal meer dan 1 slachtoffer. Iedereen die dichtbij liep maakte kans geraakt te worden.
In het Oorlogsmuseum Overloon kun je deze opengewerkte S-mine bewonderen. Tussen de binnenpot met lading en buitenwand zitten de kogels welke rondom verspreiden na detonatie. Onderaan zie je de springlading die ervoor zorgt dat de mijn omhoog uit de buitenpot kan springen. Hierna detoneert 1 of meerdere van de 3 slagpijpjes welke vervolgens de lading activeren.
Kurt kwam om bij het ruimen van een S-mine 35, een bouncing mine.
De werking van de Schrapnell-mine wordt in dit korte filmpje uitgelegd.
[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=bupkzPfERLA[/embedyt]
Houtmijnen.
Deze waren met de mijnendetector nauwelijks te vinden.
De Shü-mine 42 was een kleine houten doos met +- 250 gram aan explosief materiaal erin. De doos werd ingegraven en een soldaat die er overheen liep liet de mijn detoneren. Door de constructie van hout was de mijn moeilijk te vinden via de traditionele manier met de metaaldetector.
Door gebrek aan metaal waren ze ook minder dodelijk, het letsel bij erop stappen beperkte zich vaak tot afgeslagen voeten of onderbeen.
De mijnen hadden echter geen lange levensduur, het hout rotte snel weg waardoor de mijn zichzelf min of meer onschadelijk maakte. Toch maakte de mijn nog diverse slachtoffers onder de ruimers, vaak met niet-dodelijke afloop. Letsel aan het gezicht en ogen kwam veel voor.
De Holzmine 42 heeft weinig slachtoffers gemaakt onder de gedwongen ruimers. Dit was een grotere variant van de Shü-mine enkel dan bedoeld voor voertuigen. Deze had ook een grotere lading van 5,5 kilo. Een druk van 100 kilo liet de mijn afgaan. Wederom moeilijk te detecteren door een gebrek aan metaal. Het hout was ook meteen de zwakke kant van de landmijn, hout rot erg snel onder de grond.
De houten doos op de achtergrond is de Holz-mine 42. Op de voorgrond ligt een Riegel-mine 43. Een Stock-mine staat voor de Holz-mine.
Anti tankmijnen
De meest gebruikte antitank mijnen in Nederland door de Duitsers waren de vooroorlogse Teller 35 mine, de Teller 42 en zijn laatste opvolger de Teller 43. De bovengenoemde Holzmine 42 was ook bedoeld tegen tanks.
Ingegraven artilleriegranaten met aangepaste ontstekers waren ook geschikt om zware voertuigen uit te schakelen. De Riegelmine was een langwerpige metalen doos gevuld met explosieven met 3 ontstekers. Deze mijnen waren zeer lastig te ruimen daar ze instabiel waren en dus gevoelig voor bewegingen.
Rechts op de voorgrond de Teller mine 35. Linksachter in de transportkist de Teller mine 43.
Een Teller mine 42 met daarachter een stockmine. Rechtsvoor een FlaschenEis mine.
Himmelfahrtkommando
Hemelvaartcommando was een bijnaam die ze zichzelf gaven. 1 foute beweging en je gaat naar de hemel, mits je daar in gelooft.
De kans op sterven was groot. De gemiddelde kans op een fatale afloop lag volgens het boek “Achtung Minen”op 31.8%. Bij het afgaan van een Teller antitank mine was de kans op fatale afloop maar liefst 60%. Bij een Schü-mine lag dit op 2%.
+-225 Duitse krijgsgevangen kwamen om bij het ruimen tussen ’45 en ’47, ruim 650 raakten er gewond.
Tevens 80 Nederlandse militairen van diverse eenheden kwamen om tussen 1940 en 1947 tijdens ruim werkzaamheden van munitie en mijnen.
Op de Duitse begraafplaats te Ysselsteyn liggen vele omgekomen Duitse mijnenruimers. Ruim 170 zijn in Nederland begraven, de rest in Duitsland. Velen waren pionier en hadden ervaring met het leggen en ruimen van mijnen. Anderen kregen een spoedcursus mijnenruimen en hadden voorheen nog nooit een landmijn gezien, laat staan in hun handen gehad.
Bijzonder voorval
Er is 1 geval bekend waar een Nederlandse mijnenruimer een S-mine per ongeluk activeerde en de helderheid van geest had om zijn voet meteen op de mijn te zetten voordat hij uit de grond omhoog zou springen.
Een Nederlandse korporaal genaamd Bastiaan Pieter Burkunk was met een sectie van de No.1 Netherlands mine lifting company in Meijel een veld met S-minen 35 aan het ruimen. Bij het proberen terug te plaatsen van de veiligheidspin activeerde hij de mijn. Door snel op te staan, zijn voet op de mijn te plaatsen en zijn directe collega’s te waarschuwen om te gaan liggen, werden dodelijke slachtoffers voorkomen. De mijn kwam doordat zijn voet tegengewicht gaf niet uit de grond en verspreidde grotendeels ondergronds zijn dodelijke schrapnell. De 4,5 sec vertraging tussen activeren en detonatie redde zijn leven.
De enorme druk van de explosie verbrijzelde zijn onderbeen. 3 collega’s raakten hierbij gewond, maar gelukkig niet dodelijk.
Voor deze heldhaftige daad ontving in 1946 de korporaal, reeds bevorderd tot sergeant tijden zijn revalidatie in Engeland, de Bronzen Leeuw.
In een toekomstig artikel besteed ik de aandacht aan de omgekomen Nederlandse mijn en munitieruimers.
200 landmijnen gevonden in 2019
Dat nog niet alle landmijnen geruimd zijn werd afgelopen week nogmaals duidelijk. Er worden dagelijks explosieven uit de tweede oorlog gevonden maar zo’n grote vondst is wel redelijk uitzonderlijk. Een weiland in ‘s-Gravendeel bleek nog een groot aantal landmijnen uit de 2e wereldoorlog te herbergen.
Bij het graven van sleuven vond de boer een landmijn en al snel vond hij er meerdere waarna de EODD werd ingeschakeld.
200 mijnen gevonden in ’s Gravendeel
Geheel uniek is het niet. In 2003 werd er in Zuid-Holland ook al een grote hoeveelheid S-minen gevonden nadat er eerder door een boer al 2 waren gevonden in het betreffende weiland.
Gebruikte bronnen
–TVuitzending: Andere tijden 2007 AT mijnen.
-Boek: Achtung Minen-Het ruimen van landmijnen in Nederland 1940-1947/ Antoon Meijers.
Tips:
De film ‘Under Sandet‘ ook wel Land of mine genoemd gaat over Duitse krijgsgevangenen in Denemarken die daar de kust moeten vrijmaken van mijnen. Indrukwekkende film waarbij je een indicatie krijgt hoe het er aan toe ging.
Lees vooral ook het boek ‘Achtung minen’ van Antoon Meijers. Er staan veel voorvallen in beschreven en duidelijke uitleg.